Om de kudde te behouden is in 1963 de Stichting De Rhedense Schaapskudde opgericht. De Stichting kon worden opgericht dankzij een gezamenlijke bijdrage van toen NLG 1.800,=. De eigenaresse van landgoed Heuven, Mejuffrouw Wurfbain, werd voorzitter. Elissen werd de schaapherder. In zijn arbeidsreglement stonden diverse bepalingen:
- Het geven van goede verzorging en voeding
- Het bijhouden van een bevolkingsadministratie van de kudde
Sterfgevallen verzorgen - Ernstige ziektes melden
- Bij het uitoefenen van de functie geen hoofddeksel dragen (de scheper zou anders te veel op een jachtopziener lijken)
De kudde heeft vaak steun gekregen, zo is de waterleiding aangelegd in 1970 m.b.v. een gift van een anonieme schenker. De gemeente Rheden heeft dit bedrag aangevuld. De aannemer zou een kraan leveren.
De stichting heeft bij de oprichting de volgende doelen geformuleerd:
- Vorming en instandhouden van de schaapskudde, te weiden op geschikte gronden van de gemeenten Rheden en Rozendaal.
- De kudde moet bijdragen tot instandhouding van de heidevelden.
Doordat de schapen gras en uitlopers van de heideplantjes eten kon in combinatie met plaggen, maaien en branden tot eind 19e eeuw het uitgestrekte areaal heide in stand worden gehouden op de Veluwe. Als er teveel werd begraasd, gemaaid en geplagd dan maakte de heide plaats voor zandverstuivingen.
Nadat de schapenhouderij afnam werd de Veluwe op grote schaal bebost. We kennen nu de Veluwe dan ook als een uitgestrekt bosgebied. Gelukkig zijn nog een aantal heidevelden bewaard gebleven. Onder andere het Herikhuizer veld en de Beekhuizense heide, waar de Rhedense Schaapskudde graast.
Van 1963 tot 1966 ging het slecht met de kudde en de herder. Een nieuw bestuur trad aan en een andere herder:
de heer J(oop) van Limbeek, een markant figuur. Het is de heer Van Limbeek geweest die de kudde grote bekendheid heeft gegeven door met kerst een kerstnachtwake te houden en gedichten, boekjes en tekeningen te maken. In 1973 is de heer Van Limbeek om gezondheidsredenen gestopt. Het nieuwe bestuur was zeer actief en heeft de kudde financieel weer gezond gemaakt. Een grote verdienste was het bijdragen tot het terugfokken van het van het karakteristieke Veluws heideschaap.
Schaapskuddes vroeger
Vroeger waren er veel schaapskudden en schaapskooien in de omgeving. Vaak ging één herder (de scheper) met de schapen van diverse eigenaren op stap. Iedere eigenaar had zijn schapen voorzien van een kenmerk zodat de schapen uit elkaar konden worden gehouden. Bij de veetelling in 1900 in de driehoek Arnhem, Loenen en Dieren werden 10.000 schapen geregistreerd. De schapen en de mest die in de schaapskooi werd verzameld waren van groot belang voor de landbouw.
Toen eind 19e eeuw de schapenhouderij minder rendabel werd zijn veel kuddes en schaapskooien verdwenen. In de omgeving van Restaurant Café Houtplaats (vroeger Restaurant Prinsheerlijk) zijn nog restanten te vinden en verbouwde schaapskooien te zien. Kenmerkend voor een schaapskooi zijn de afgeschuinde hoeken, deze voorkomen dat schapen in de hoeken in de verdrukking komen.
Dagelijks gingen de schapen de heide op om te grazen en ‘s nachts werden de schapen in de kooi gezet. De mest die zo verzameld werd, vermengd met het stro uit de kooi, werd over de akkers verspreid. Voordat de kunstmest zijn intrede deed was dit in de enige manier om de zandgronden te bemesten. Daarom was de schapenhouderij eeuwenlang van groot belang voor de akkerbouw nabij de dorpen op de schrale zandgronden van de Veluwe. Naast mest zorgden de schapen ook voor wol en vlees.
Hoewel de schaapskudde allang geen geld meer opbrengt maar integendeel veel geld kost, kunt u in Rheden toch nog een echte Veluwse schaapskudde zien. Dit is te danken aan Stichting de Rhedense Schaapskudde.